|
||||||||
|
Drummer/componist Jim Black (Californië, 1969) is een van de invloedrijkste figuren in de moderne jazz sinds de jaren ’90. Hij werkte eerder met Tim Berne’s Bloodcount en het collectief Endangered Blood als ook met het Tiny Bell Trio (met Dave Douglas) en Human Feel (met o.a. Kurt Rosenwinkel). Hij verhuisde van Brooklyn naar Berlijn en daar begon hij aan een nieuwe uitdaging met jonge muzikanten uit de lokale impro-scene. Het quartet onder de naam Tim & the Schrimps bestaat uit de Deen Asger Nielsen op altsax en de Duitsers Julins Gawlik op tenorsax en Felix Henkelhausen op contrabas en natuurlijk Jim Black op drums. Ook met dit drietal zet Black zijn super energieke en dynamische muziek voort, hij heeft opnieuw de juiste muzikanten gevonden en hij weet ze ook van de juiste composities te voorzien en hijzelf is zoals altijd de aanjager op de drums. Hij ontdekte bassist Henkelhausen in 2016 toen hij les gaf aan het Jazz Institute Berlin en hij ontmoette de Deense saxofonist Nissen tijdens een Kerstfeest bij dezelfde school in 2017. Ze maakten grote indruk op Jim, hij begon samen te spelen met Nissen, hij vroeg zich af wie is zijn maatje en dat was Julius Gawlik die ietwat later de jongste speler werd van de NDR Bigband. Zo ontstond dit fabuleuze gezelschap dat hier samenspeelt alsof ze het al jarenlang doen. Puur powerplay zoals gekend van Jim Black, maar het is ook volledig te danken aan de nieuwe jongens die hier meedoen dat deze muziek zoveel elan, energie en zelfbewustheid uitademt. Ik omschreef de muziek als zijnde free jazz, maar dat is misschien niet goed geduid, in vergelijking met de periode dat die stroming in de jazz dominant was is dit toch veeleer binnen de lijntjes. De muziek heeft een duidelijke structuur en de solo’s zijn niet oeverloos. Het album trapt af met “The Set-Up (for Baikida Carroll)” met een stevige intro van Black, het is duidelijk dat de beide blazers echt wel van wanten weten, het is dan ook vrij logisch dat Black met hen in zee wilde gaan. De nummers schommelen tussen de 3 en 6 minuten, voldoende mogelijkheid voor de nodige afwisseling. In “Asgingforit” gaat het echt los met knetterende en piepende saxklanken en dreunend slagwerk, pure avant-garde. Ik hoor het graag maar voor de liefhebbers van mainstream jazz zal het even afzien zijn. Die kunnen op adem komen met relatief relaxte “Crashbash”. “Riversgarden” begint weliswaar met flink geweld op de sax maar daarna wordt het wat rustiger met gedreven spel van de ritme tandem. Swingen kunnen ze ook zoals is te horen in “Schrimps BBQ” waar Black en Henkelhausen een waanzinnig tempo onderhouden. Alles komt weer tot rust lijkt het in “No Pull” maar de intro misleidt, ook hier gaat het er flink op los maar de muziek blijft spannend. Dat kan gezegd worden van alle muziek op dit uitermate geslaagde album, alweer een geslaagd album in de rijke Intakt catalogus ! Jan van Leersum. |